Complementaire zorg; een prachtig voorbeeld.

Het is vrijdagavond 22:30. Mijn telefoon gaat. ‘Nummer onbekend’. Vaak neem ik onbekende nummers niet op. Maar deze keer wel, zonder aarzelen. Het is de man van een cliënt. Hij klinkt bezorgd. Zijn vrouw ligt in het ziekenhuis en het ziet er allemaal niet goed uit. Ze is plotseling echt heel erg ziek. Ze wilde graag dat hij mij belde. Dat ik op de hoogte was van wat er met haar aan de hand was. Nou, dat komt wel even binnen. De volgende dag ga ik meteen bij haar langs. Ze is erg ziek en kan nauwelijks praten. En ze is bang. Heel bang. Ze vertelt niets. Ze vraagt alleen maar; Wat is er met mij aan de hand? Waarom voel ik me zo ziek? Maar vooral….word ik nog beter? En zo niet….wat dan? Hoe moet het dan verder met mijn gezin? De onzekerheid, de angst……Ik ken haar niet terug.

Het is druk op haar kamer. Veel andere patiënten met aan ieders bed volop bezoek. Ze kan het eigenlijk niet verdragen. We praten samen met weinig woorden. Ik houd haar hand vast en probeer haar wat te kalmeren. Ze geeft aan graag een energetische behandeling te willen. Het lukt haar niet bij zichzelf te komen. Ze is te ziek en er is te veel afleiding in de ruimte. Ik maak met haar man een afspraak voor een vervolg bezoek. Gelukkig stemt het ziekenhuis ermee in dat ik mag komen buiten de bezoektijden om. Dan is het een stuk rustiger.

Een paar dagen later sta ik weer aan haar bed. Deze keer op een andere, veel rustigere kamer. Er staat maar één ander bed met daarin een oudere slapende vrouw. De volgende dag staat haar operatie gepland. Een grote, intensieve, spannende operatie. Ze ziet er erg tegen op. Zo erg zelfs dat ze overweegt er vanaf te zien. We praten rustig over haar situatie. Wat doet het met haar? Wat voelt ze erbij? Ze vertelt, voor zover dat haar lukt, dat ze niet durft. Ze durft haar lichaam niet over te laten aan de artsen. En niet omdat ze de artsen niet vertrouwt. Nee, ze blijkt haar eigen lichaam niet te vertrouwen. Ze is er zó ver van verwijdert door haar ziek zijn, dat ze er niet mee kan communiceren. En dat voelt angstig. Dat maakt haar dus zo bang.

Ik sluit in overleg met de verpleging van de afdeling de gordijntjes langs haar bed. We starten de sessie. Ze sluit haar ogen en volgt mijn stem. Ze volgt haar adem en raakt steeds meer ontspannen. Nieuwe energie stroomt haar lichaam binnen. We volgen samen deze energie die langzaam haar lichaam opvult en verwarmt. De plaats waar veel pijn zit krijgt extra aandacht. Steeds verder ontspant haar lichaam. Aan de hand van haar harde geblaas en soms zwaardere ademhaling, maak ik op dat ze veel loslaat. (Ondertussen worden er nieuwe medicijnen op haar nachtkastje gelegd door een verpleger. Zacht sluipt hij weer weg en sluit het gordijntje weer. Ze heeft er niets van meegekregen.) Aan het einde van de sessie vindt ze het lastig haar ogen weer te openen. “Het voelt zo heerlijk” zegt ze. Haar handen voelen warm, in tegenstelling tot het begin van de sessie.

De sessie heeft ervoor gezorgd dat ze weer contact heeft met haar eigen lichaam. Ze kan weer voelen. Inclusief de pijn en haar ziek zijn. Het is uiteraard niet verdwenen, maar er is nu controle. En natuurlijk vindt ze de operatie van morgen nog steeds spannend. Maar het voelt nu anders. Ze durft het aan. Ze heeft vertrouwen in zichzelf en in haar lichaam dat ze dit gaan redden. Haar ogen staan anders en er komt zelfs een lach…….ze is terug. Een dikke knuffel geef ik haar als dank voor haar vertrouwen en om haar succes te wensen tijdens de operatie. “Geen zorgen” zegt ze, “ik zie je snel”.

En dat is zeker het geval. De operatie slaagt! Na weken ziekenhuis mag ze eindelijk naar huis. Daar heeft ze nog veel zorg nodig. En ook daar kom ik weer bij haar voor gesprekken en energetische behandelingen. Stap voor stap knapt ze op, met alle hulp die ze nodig heeft. Haar lieve man en dochter, vrienden en familie, het ziekenhuis, de thuiszorg én de complementaire zorg. Hand in hand, precies zoals het hoort te zijn. We hoeven niet te kiezen. Het mag naast elkaar bestaan.